Nationale Inspectie? Alsjeblieft niet!

Pieter van Vollenhoven pleitte woensdag 29 juni in het Nederlands Dagblad (€) voor één Nationale Inspectie, omdat alleen zo alle problemen die ons land onveilig maken goed aangepakt worden (zie zijn hele betoog op site Stichting Maatschappij en Veiligheid). Waar ik het grotendeels eens ben met zijn probleemanalyse, hou ik een vurig pleidooi om vooral niet de oplossing van een Nationale Inspectie over te nemen, omdat dat ons land alleen maar onveiliger maakt.

Zelfregulering werkt niet?

De problemen die van Vollenhoven signaleert zijn allereerst de politieke druk dat de overheid minder “betuttelt” en meer zelfregulering voor bedrijven/organisaties, terwijl incidenten aantonen dat bedrijven die zelfregulering niet waarmaken. Tegelijkertijd is “voorbarig” bezuinigd op overheidstoezicht. Het interne toezicht heeft vervolgens “onvoldoende kracht” om misstanden te corrigeren en dit komt doordat economische motieven domineren. Met deze analyse ben ik het eens met een belangrijke kanttekening.

Het beeld dat van Vollenhoven schetst is alsof alle bedrijven hun verantwoordelijkheid niet nemen en dus alle organisaties onder strenger overheidstoezicht moeten komen. Ja, er zijn helaas bedrijven die al sjoemelend toezichthouders en burgers om te tuin leiden en onveilig werken. En er zijn ook bedrijven die reactief met veiligheid bezig zijn omdat economische motieven domineren. Maar er zijn gelukkig ook organisaties die wel structureel de veiligheid voor medewerkers en burgers kunnen en willen waarborgen. De uitdaging voor toezichthouders is om dat onderscheid scherp te maken. Want waar het goed gaat moet je dat stimuleren, maar waar het fout gaat, zeker waar moedwillig onveilig wordt gewerkt, moet hard worden ingegrepen.

Onderzoek naar goed veiligheidsmanagement laat zien dat meer regels en strengere externe controles weinig effect hebben. Wat wel werkt is als alle medewerkers die bijdragen aan veiligheid weten hoe ze veilig kunnen werken en intrinsiek gemotiveerd zijn om dat te doen, ook al is dat meer gedoe. En de leiding moet dat uitdragen en ondersteunen, ook al is het duurder. Dit vergt permanente alertheid van iedereen, van werkvloer tot top. Strenger en meer overheidstoezicht kan dat proces verstoren in plaats van versterken. Vandaar ook de nadruk van de Inspectie voor de Gezondheidszorg dat organisaties zelf leren van calamiteiten (zie Een Vandaag uitzending, woensdag 29 juni). Ja, veiligheid is een kerntaak van de overheid, maar de primaire verantwoordelijkheid voor veilig werken ligt bij de organisaties zelf; die kan en moet de overheid niet over willen nemen.

Nieuwe balans overheidstoezicht en zelfregulering

Ik ondersteun het pleidooi van van Volllenhoven om goed te kijken naar de balans tussen zelfregulering en overheidstoezicht, want daar is nog een wereld te winnen. Het is een complexe balans dat een scherp onderscheid vraagt tussen betrouwbare bedrijven/sectoren die meer zelfregulering aan kunnen en degenen die dat (nog) niet kunnen of willen. Eén Nationale Inspectie lost hier niks op. Wat nodig is: een proces waarin bedrijven/sectoren, die hun maatschappelijke verantwoordelijkheid kunnen en willen nemen, en inspecties samen stappen zetten om de balans per sector te verbeteren. Opdat de veiligheid goed geborgd is tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten. Bestaande initiatieven, bijvoorbeeld rondom voedselveiligheid, logistiek en zorg, verstevigen, versnellen en uitbreiden heeft meer effect.

Naar een nationale inspectie?

Vervolgens zegt van Vollenhoven over rijksinspecties dat het gaat om “efficiënt en kwalitatief goed functionerend toezicht” … dat “volgens dezelfde beginselen” werkt, want “eenheid van optreden bevordert ook de rechtszekerheid voor allen.” Ook daar ben ik het van harte mee eens. Alleen, hij trekt vervolgens de conclusie dat de oplossing een Nationale Inspectie is à la de Nationale Politie. Maar dat lost niks op, erger nog, zoals we bij de politie zien, dan is de organisatie jaren bezig met reorganiseren wat ten koste gaat van de kerntaak: veiligheid in de samenleving bevorderen.

De rijksinspecties werken al samen in de Inspectieraad, vele inspecties zijn gefuseerd, steeds meer opleidingen vinden gezamenlijk plaats in de Toezichtacademie en gezamenlijke beginselen zijn geformuleerd. En, voor de veiligheid veel belangrijker, toezichthouders werken samen bij gezamenlijke inspecties (bijvoorbeeld de jeugdinspecties en het toezicht op gevaarlijke, BRZO, bedrijven).

De uitdaging binnen inspectieorganisaties is om te zorgen dat inspecteurs gelijke gevallen gelijk behandelen, dat lukt nu nog niet en daar zijn de meeste inspecties mee bezig. Eén Nationale Inspectie lost hier niks op en werkt zelfs contraproductief, want het leidt de inspectieleiding af van het goed begeleiden van deze uitdaging binnen hun organisatie.