Meer aandacht voor gedrag in goed bestuur en toezicht

12 sep

In een vorig blog reflecteerde ik op het thema relatie intern en extern toezicht, nu ik na ruim 10 jaar mij weer meer bezig hou met goed bestuur en toezicht. Sinds begin van dit collegejaar heb ik de leiding over de leergang Bestuur en toezicht in het (semi)publieke domein aan de VU het Zijlstra Center overgenomen van Rienk Goodijk die met welverdiend emeritaat is gegaan. Hij laat mij een goedlopende en goed geëvalueerde leergang na. Dank Rienk!

Deze zomer heb ik een stapel recente boeken en essays van bekende experts her/gelezen. De rode draad die ik trek door al deze beschouwingen heen is dat iedereen nu, terecht, de nadruk legt op het gedrag, de interactie, de reflectie op gedrag van alle betrokken individuen. En op het belang van #vertrouwen, want zonder vertrouwen loopt de samenwerking niet goed, ongeacht de formele regels. En dit is niet puur mijn “bias” omdat ik nu eenmaal vertrouwensonderzoeker ben: als je een hamer hebt, zie je alleen maar spijkers waarop je kan slaan. Het is een breed gedragen, logische ontwikkeling.

Mede door de druk van wetgeving en inspecties, en van beroepsverenigingen die duidelijke verwachtingen formuleerden voor Raden van Toezicht/Commissarissen in het semipublieke domein (onderwijs, gezondheidszorg, welzijn, jeugdzorg, etc) en de culturele sector hebben de meeste organisaties qua procedures and andere formaliteiten de boel op papier op orde. Maar dan ben je er nog niet, blijkt. Ik weet nog goed dat ik in 2014 met een van de auteurs van het WRR-rapport Van tweeluik naar driehoeken (2014, nr 91) sprak, en wij de beeldspraak gebruikten dat procedures, systemen en andere meer structurele maatregelen (waar dat rapport naar keek) uiteindelijk niet meer zijn dan de bedding waarbinnen de interacties tussen de mensen plaatsvinden. Binnen dezelfde bedding kan het allemaal heel goed gaan, zolang iedereen zijn rol goed vervult, de onderlinge relaties goed zijn (vertrouwen) en er geen (grote) misverstanden ontstaan; of heel fout gaan, als mensen elkaar wantrouwen, langs elkaar heen praten, of macht een te grote, vaak ongezegde, rol speelt.

Wat ik nu veel lees en hoor qua goed bestuur en toezicht voor maatschappelijke organisaties, zoals in het onderwijs of gezondheidszorg, is dat meer nadruk ligt op: wat is onze maatschappelijke opdracht, voor wie doen we het? Wat is ieders rol in de governance structuur en hoe zorgen we er (met elkaar) voor dat iedereen rolvast handelt? Maar ook het belang van het goede gesprek voeren, de dialoog, elkaar bevragen op elkaars perspectief. Of samen de onvermijdelijke morele dilemma’s bespreken en verkennen wat we met elkaar wel of niet aanvaardbaar gedrag vinden. Voorbij de verplichte rapportages met elkaar – bestuur én toezicht – praten over de lastige dilemma’s waar de organisatie een weg in moet vinden. En vooral dat laatste vraagt om bestuurders die voldoende vertrouwen ervaren van hun toezichthouders dat zij zich kwetsbaar durven opstellen en deze dilemma’s durven delen. En het vergt van toezichthouders dat zij dat als een kracht van de bestuurder zien en waarderen en er geen “misbruik” van maken (bijvoorbeeld bij beoordelingen). Het legt ook een grotere verantwoordelijkheid bij de voorzitter van de raad van toezicht in haar/zijn meer intensieve contacten met de bestuurder.

In volgende blogs ga ik in op een paar andere thema’s die opkomen nav deze leesexercitie en mijn ervaring met raden van toezicht en individuele toezichthouders van de afgelopen.

Literatuur:

Rienk Goodijk (2012).  Inclusief strategisch partnerschap met wijze toezichthouders; 0ver bestuur en toezicht in het semipublieke domein Uitgeverij van Gorcum.

Marilieke Engbers (2021) Onder commissarissen. Hoe het ongezegde in de boardroom de besluitvorming beïnvloedt. Business contact.

Hartger Wassink (2024). Goed bestuur voor iedereen. Naar maatschappelijk verantwoord bestuur en toezicht. Uitgeverij Kloosterhof.

Jan Stolker (2024). Het spel in de boardroom. Een introductie in behavioral governance. Boom uitgeverij.

Marilieke Engbers en Pim Bouwman (2024). Eenzaam aan de top. Over het ongezegde, macht en denkfouten in de bestuurskamer. Business contact.